VNMH logo

 UilenwerkgroepDe uilenwerkgroep bestaat uit 21 vrijwilligers en houdt zich bezig met het beschermen van de kerkuil en de steenuil. Wij zijn in Brabant de grootste uilenwerkgroep en hebben de meeste jonge leden.

Rond het midden van de vorige eeuw ging het steeds slechter met onze uilen door het gebruik van gif in de landbouw en door andere beheermethoden in het landschap, maar ook door het verdwijnen van nestgelegenheden. Denk hierbij aan het verdwijnen van geschikte knotwilgen, oude gebouwen en kerktorens die werden afgesloten voor kauwen en duiven waardoor ook de kerkuil geen toegang meer had. Door de afname van gif en het plaatsen van nestkasten gaat het nu gelukkig weer een stuk beter met de uilen.

Nu hebben we echter een ander probleem en dat is de terugkomst van de steenmarter. Deze rover was voor een langere periode uit onze streek verdwenen maar maakt nu weer zijn opkomst. Diverse uilengroepen in het land kregen hier last van en de uilenkasten werden aangepast, met een wisselend succes. We hebben nu eindelijk een type sluis die werkt in de praktijk. Het type dat voor ons werkt is bedacht door een uilenwerkgroep in Drenthe (zie de foto’s). De kasten in ons gebied die nu bedreigd worden door de steenmarter gaan we aanpassen op de manier zoals deze uilengroep dat heeft gedaan. Omdat het heel veel werk is om alle kasten aan te passen, doen we dat alleen bij de kasten die bedreigd worden door de steenmarter. Natuurlijk hebben wij geen hekel aan de steenmarter, maar wij hebben liever niet dat hij onze uiltjes opeet. De steenmarter op zich is een schitterend dier, hoe meer je van dit dier weet hoe meer bewondering je voor hem krijgt. Kenmerken van de steenmarter:

Steenmarter foto Mike aus dem Bauerwald / Wikimedia Commons
Steenmarter foto Mike aus dem Bauerwald / Wikimedia Commons
Steenmarter foto Mike aus dem Bauerwald / Wikimedia Commons

  • grootte (kop-romplengte): ♂ 40-52 cm, ♀  37-48 cm
  • staartlengte: 20-30 cm
  • kopgrootte: 5-6 cm breed, 4-5 cm hoog
  • schouderhoogte: ongeveer 12 cm
  • gewicht: ♂ 1.4-2.1 kg, ♀ 0.7-1.7 kg
  • voetsporen: meestal vier duidelijke teenkussens en niervormig kussen aan de voorkant van de voetzool
  • uitwerpselen: 5-10 cm lang en 10-12 mm dik, eindigend in een puntje

 

 

 De controles beginnen eind mei. Er wordt genoteerd wat er in de kast zit. Dit kunnen jonge uilen zijn, maar evengoed kauwen, spreeuwen, holenduiven, koolmezen enz. Als de jonge uilen groot genoeg zijn worden ze geringd. Dit wordt gedaan door Anita van Dooren en Christien Hermsen.  Zij ringen al jaren onze uilen. Meerdere malen kregen we een terugmelding van hoe het met onze uilen gaat. Dit kan zijn dat een uil is overleden of dat hij in een ander gebied zelf jongen heeft. Deze terugmelding geven wij dan door aan de gastgever waar de uil geboren is.

De veiligheid van onze vrijwilligers staat voorop, meerdere leden van onze groep hebben een cursus gevolgd over veilig klimmen, via het Brabants Landschap. 

Eind september begin oktober gaan we de kasten schoonmaken en controleren we of de kast nog in een goede staat verkeert. Zo nodig wordt de kast gerepareerd of vervangen.